Gebiedsontwikkeling, wat komt hierbij kijken? In gesprek met Carla Mesman

Achter de schermen

Gepubliceerd op

25/11/2025 Carla Mesman stadskantoor

Er komt heel wat kijken bij stedelijke ontwikkeling, maar vaak zijn deze processen niet zichtbaar voor het publieke oog. Om inzicht te geven in de context waarbinnen we werken maken we deze keer kennis met Carla Mesman, gebiedscoördinator van het Stationsgebied en Lombokplein. We spreken haar over haar rol in gebiedsontwikkeling, haar wensen voor Utrecht en wat kunst kan toevoegen aan een groot stedenbouwkundig plan.

Kennismaking met Carla Mesman
Wat is jouw rol in stedelijke ontwikkeling?

Ik ben verantwoordelijk voor het Stationsgebied en Lombokplein en zet de ruimtelijke koers uit met mijn team. Dit betekent dat ik een aanspreekpunt ben voor partijen in het gebied die iets willen met betrekking tot de ruimtelijke ordening. Bijvoorbeeld, partijen die hun gebouw willen transformeren, renoveren of uitbouwen. In het Stationsgebied is er ook veel gemeentegrond wat wij via een prijsvraag of tender aan partijen verkopen die daar gebouwen neerzetten zoals Wonderwoods, het gebouw met de bomen.

We zijn eigenlijk nog steeds het masterplan Stationsgebied aan het uitvoeren wat in 2003 is vastgesteld door de gemeenteraad. Het station, Hoog Catharijne en het water terugbrengen van de Singel behoren daar ook allemaal toe. Nu zijn we aan de Jaarbeurszijde van het spoor aanbeland als de zogenaamde tweede fase van het Stationsgebied.

Hoe zag het Stationsgebied er vroeger uit?

Rond 2000 was dit gebied echt een achterkant. Er was letterlijk een soort deurtje bij een sporthal waar je door naar binnenkwam en dan kon je zo nog naar het station lopen. Nu maken we van dit gebied een vergroot centrum en verandert de plek in een voorkant. Denk aan voorzieningen, kantoren, maar ook heel veel woningen. Dus het wordt een heel divers gebied, wat je van een centrum kan verwachten.

Hoe zag het Westplein er vroeger uit?

Ooit was er water van de Leidse Rijn naar de singel en dat hebben we op een gegeven moment gedempt om een heel groot verkeersplein te maken in de jaren 70. Toen zijn er ook allerlei woningen aan de kop van Lombok gesloopt ten gunste van die infrastructuur. Nu gaan we dit eigenlijk weer herstellen.

In het masterplan stond ook een plan voor een tunnel voor auto’s onder het Westplein, maar tien jaar geleden hebben we die tunnel eruit bezuinigd. We hebben een mobiliteitsbeleid waarmee we de stad leefbaar willen houden. Dan wil je minder veel autobewegingen door de stad heen hebben. Nu rijden er nog heel veel mensen van West naar Oost dwars door de stad heen. Dat willen we veranderen, zodat mensen de west- of oostkant van de stad via de ringweg gaan bereiken. In plaats van een tunnel, maken we er juist een stadstraat van 30 km per uur van. Doordat we minder autowegen hebben is er weer ruimte om het water terug te brengen, om drie bruggen te bouwen en om de bebouwing langs het water en op de kop van Lombok weer te herstellen.

Sinds 2018 zijn we de plannen echt gaan uitwerken en dit jaar is Eneco gestart om een grote warmteleiding te verplaatsen, zodat onze aannemer volgend jaar buiten met de herinrichting kan starten. Dus over een jaar of 5 ligt er water.

Hoe ben je bij deze projecten begonnen?

Ik heb stedenbouwkunde en bouwmanagement gestudeerd in Delft, stedelijke ontwikkeling heb ik altijd heel erg leuk en interessant gevonden. Ik begon bij gemeente Utrecht als projectmanager van ruimtelijke projecten en kwam in het Stationsgebied van Utrecht terecht. Op een gegeven moment heb ik de stap gemaakt naar gebiedscoördinator.

Hoe zie je de toekomst van het Stationsgebied en Lombokplein voor je?

Duurzaamheid en vergroening zijn wel de belangrijkste thema's. Daarnaast ook dat het een gebied wordt waar mensen niet alleen snel doorheen fietsen of snel naar de trein rennen, maar ook verblijven. Dus dat het Jaarbeursplein ook een plek wordt waar mensen gewoon even gaan zitten in het groen. Er komt ook nog een gebouw op het Jaarbeursplein, waar we in de onderste verdiepingen ook nacht-, horeca- en cultuurfuncties willen die voor iedereen interessant zijn. Daarnaast komt er ook het Lombokparkje, een groene plek die grenst aan Lombok en waar bewoners van de wijk lekker naartoe kunnen komen. Als het water weer hersteld is kan iedereen daar ook zitten.

Samenwerken met bewoners en het proces van gebiedsontwikkeling
In hoeverre betrek je de bewoners van de stad in planvorming?

Vanaf het begin was er naast het “abstracte” referendum ook het plan om bewoners en ondernemers actief te betrekken. Voor het project Lombokplein is daarom samengewerkt met een zeer betrokken bewonersgroep, en zijn ook minder actieve buurtgenoten opgezocht via bijeenkomsten in de portieken aan de Graadt van Roggenweg. Daarnaast zijn de zorgen van ondernemers besproken tijdens bezoeken aan de winkeliersvereniging, onder meer over mogelijke hoogbouw en de zichtbaarheid van Lombok en de Kanaalstraat. Ook organiseerden we informatieavonden om samen naar concrete onderwerpen zoals voorzieningen in gebouwen te kijken.

We hebben dus op allerlei manieren maatwerk ingezet om de omgeving te betrekken, terwijl we tegelijk duidelijk moesten zijn over onderdelen die al vastlagen, zoals de bezuiniging op de tunnel. Op andere punten was wél ruimte voor invloed: vooral de inrichting van de Graadt van Roggenweg, waar veel ruimte beschikbaar is op de trottoirs. Daarbij speelt bijvoorbeeld de vraag of bewoners kiezen voor uitsluitend groen, of dat er ook bankjes en andere voorzieningen gewenst zijn.

Zit er ook spanning in het samenwerken met bewoners?

Mensen vinden verandering spannend en het is wel een heel complex project. De uitvoering duurt wel een aantal jaren en dat vinden bijvoorbeeld veel bedrijven en ondernemers spannend. Dan is een kantoor of winkel bijvoorbeeld minder goed bereikbaar. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat een bedrijf kan door functioneren? Dat soort dingen bespreken we ook intensief met de partijen in het gebied.

Het masterplan begon in 2003, waar zitten we nu in het proces?

We hebben natuurlijk al wel een heel groot deel van het stationsgebied gerealiseerd, maar we zijn nog wel tien jaar bezig vermoed ik. Zo komen er allerlei woningen op het Beurskwartier en zijn we bij Lombokplein bezig om die oude structuren weer te herstellen.

Waarom duurt een gebiedsontwikkelingsproces zo lang?

Zo’n hele transformatie van een Stationsgebied is complex. Er zijn veel partijen bij betrokken, met verschillende belangen en ruimtelijke procedures kosten tijd, dus het duurt even voordat iets echt gerealiseerd is. Het gaat natuurlijk over heel veel geld en binnen een stad moet bereikbaarheid ook altijd geborgd blijven. We kunnen niet zomaar tegen mensen zeggen dat ze een jaar niet bij het station kunnen komen. Je moet dus veel faseren om te zorgen dat het gebied goed bereikbaar blijft. Als je het gewoon in hekken zou zetten dan zou je veel eerder klaar zijn. Ook in de planontwikkeling zelf zijn er veel partijen die belangen hebben, waardoor het veel afstemming kost.

Kunst in het Stationsgebied en Lombokplein
In het ontwikkelen van het Lombokplein willen jullie je focussen op co-creatie, zie je hier ook een samenwerking in met Gemene Grond?

De inrichting van het parkje leent zich echt voor co-creatie. Het moet een plek worden voor mensen die in Lombok wonen of de mensen die in de nieuwe gebouwen komen. Gemene Grond heeft vanuit hun programma ook een bijdrage geleverd aan het parkje en co-creatie door bijvoorbeeld de totstandkoming van de Lombok Times. Het Westplein is nu natuurlijk al een soort groen plekje waar een treinstel staat en er zijn kunstenaars geweest die in opdracht hebben nagedacht over de betekenis van die plek. Dit zijn denk ik mooie ingrediënten om op door te gaan in een co-creatieproces.

Een samenwerking tussen stedenbouwkunde en kunst, waar zit de uitdaging in?

Wat in het ontwerpproces van het parkje soms lastig is, is dat mijn werk veel concreter is in vergelijking tot kunst. Daarom is het belangrijk dat we in de samenwerking steeds goed blijven afstemmen en controleren of we elkaar volledig begrijpen.

Kijk, dat park wordt als allerlaatste ingericht rond 2030, want die ruimte hebben we nodig als bouwterrein. Als we nu al een ontwerp voor het kunstwerk of parkje maken, terwijl de daadwerkelijke realisatie nog jaren op zich laat wachten, kan dat veel energie wegnemen bij het project en bij de omwonenden die eraan hebben meegewerkt. Het huidige proces van Gemene Grond loopt eigenlijk een beetje vooruit op mijn planning van die co-creatie. Dus we moeten steeds kijken, hoe passen we dat in elkaar.

Het kunstwerk voor de Van Sijpesteijntunnel vind ik een mooi project van Gemene Grond. Het water dat in deze tunnel wordt teruggebracht heeft geleid tot een uitvraag van een kunstwerk die fantastisch is geworden. Alleen nu is het werk aan de Van Sijpesteijntunnel vertraagd waardoor het kunstwerk ook aan het wachten is totdat het gerealiseerd kan worden.

Wat is de meerwaarde van kunst voor jou?

Ik vind het een hele mooie manier om met elkaar het gesprek te voeren over wat een plek voor mensen betekent en wat de openbare ruimte is. Wij als gemeente leggen het aan en wij onderhouden het, maar dat doen we natuurlijk wel voor de mensen in de stad. Door via een kunstprogramma over die openbare ruimte na te denken, kijk je ook met hele andere invalshoeken. Dan ontstaan er ook dingen zoals een kunstwerk in die tunnel, die wij nooit zelf hebben bedacht als onderdeel van gebiedsontwikkeling en dat geeft wel weer meer betekenis aan een plek. Dat vind ik een hele mooie samenwerking, om gewoon nog iets meer duiding te geven aan plekken en op een andere manier te praten over de gebiedsontwikkeling via kunst.

Locatie op de kaart