Klaagsessie bij Wijktafel De Pomp

Dagboek

Gepubliceerd op

Wijktafel_Dock.JPG

Gemene Grond organiseert klaagsessies: je kunt je hart luchten, en niemand zal je veroordelen. Achter een klacht zit vaak een wens verscholen. Deze klaagsessies kunnen helpen om individuele én collectieve vragen en verlangens te vertalen. Met deze sessies verzamelen we klachten, feedback en wensen van mensen uit en rond Merwede, om ze samen te presenteren aan de partijen die Merwede ontwikkelen, waaronder de gemeente Utrecht. Merve Bedir en Zoraïma Hupkes schreven een dagboekfragment over zo’n klaagsessie.

Dagboekfragment van Zoraïma Hupkes en Merve Bedir

Voordat Merve en ik naar De Pomp gingen, belde ik de dag ervoor met Nienke, “sociaal makelaar” bij DOCK, om te checken of we nog steeds welkom waren. Nienke is zo iemand met wie je meteen praat alsof je elkaar al jaren kent, super toegankelijk en open. Precies het soort persoon dat je als sociaal makelaar wilt hebben. De Croeselaan heeft geen buurthuis meer, maar Nienke heeft ervoor gezorgd dat de Wijktafel nu bij De Pomp wordt georganiseerd, een oud tankstation dat nu een hip café is, waar mensen gratis (en héél goede) koffie krijgen. Het is een fijne plek, maar iets organiseren met een groep is lastig door de akoestiek, wat niet helpt als de meeste mensen die meedoen aan de Wijktafel wat ouder zijn.

Na een wat minder goed verstaanbare, maar wel heel vriendelijke kennismakingsronde, moesten Merve en ik concluderen dat onze strategie van een collectief gesprek niet ging werken. Maar Merve gaf de groep genoeg stof tot nadenken met vragen als: hoe komen mensen hier samen, wat is de rol van openbare kunst, en wat maakt kunst waardevol voor de mensen? Wat vind je fijn aan je buurt, en wat niet? Wat zou je graag willen in een buur? Denk aan je dagelijks leven. Hoe kan kunst op deze vragen inspelen?

We splitsten ons op in twee groepen, zodat we elkaar beter konden verstaan. Ik zat met Govert, Carin en Nienke. Het werd al snel duidelijk dat de meeste mensen hier al heel lang in de buurt wonen. Govert bijvoorbeeld, die al meer dan 83 jaar in dezelfde straat woont. Hij is zelfs geboren in het huis waar hij nu nog steeds woont, en iedereen kent hem. In 2019 kreeg hij de titel “De Gouden Buur” en hij staat bekend als “De Straatconciërge”. Carin zei: “Als elke buurt iemand als Govert had, zouden we geen problemen meer hebben.”

Ik merkte dat er in deze buurt heel veel culturele activiteiten en interesse zijn, er gebeurt echt veel. Maar tegelijkertijd zijn de mensen aan deze tafel niet representatief voor de hele buurt. We spraken over “klapstoel cabaret”, Gluren bij de Buren, plannen voor een keramieken bankje en nieuwe muurschilderingen. Een van de bewoners vertelde zelfs hoe ze haar naam spoot met de spuitbus van de kunstenaar Munir, “Het was verrassend moeilijk.” Carin moest weg, maar zei nog snel dat ze zichzelf niet echt creatief vond, dus dat haar input misschien niet zo belangrijk was (haar woorden), maar in de vijf minuten die volgden, noemde ze toch twee inspirerende concepten: In Japan zag ze buurten waar iemand de hele dag op een stoel op de stoep zat, zodat mensen konden aanschuiven en praten. En in Mexico zag ze “La Sillas Confidentes”, stoelen waarbij mensen tegenover elkaar zitten, zodat ze gedwongen worden te praten. Ze had deze stoelen zelfs nagebouwd samen met Nienke. Het is grappig hoe mensen denken dat ze niets te zeggen hebben, maar dan uiteindelijk echt belangrijke dingen zeggen.

Nienke herhaalde nogmaals: “We hebben onze eigen ruimte nodig.” Een plek waar “iets” kan gebeuren. Het wordt ook duidelijk dat de “wij” en “ons” niet hetzelfde voelt als je een bijeenkomst in een café organiseert – dat is niet echt inclusief.

Aan Merve’s tafel:

We begonnen met het idee van een bankje dat twee mensen (waarvan één een keramiekkunstenaar) wilden maken, en waar ze contact over hadden opgenomen met de gemeente. Het idee was om het gebrek aan openbare ruimtes aan te kaarten. De reactie van de gemeente was echter simpelweg dat ze geen verantwoordelijkheid zouden nemen, wat voor hen een gemakkelijke manier was om het idee af te wijzen. Ik vroeg: “Wat als dat bankje mogelijk zou worden in Merwede, zou je dan gaan?” Ja, misschien wel interessant, maar het is eigenlijk te ver weg. Wat als het een pop-up of reizend bankje zou zijn, “bankjes on tour”? Dan was de vraag: “Waar zetten we ze neer, en wie zorgt ervoor?” Er is niet genoeg openbare ruimte. Dit gesprek opende de deur naar het bredere probleem: een gebrek aan open en groene ruimte in de buurt. “Ze blijven hier maar bouwen.”

“We hebben groene tuinen nodig als toegankelijke plekken om samen te komen.”

“Er was vroeger een buurthuis, maar dat was in de jaren ‘70. We willen onze eigen plek! Zelfs als de koffie hier gratis is (bij De Pomp), schrikt dat mensen toch af.”

We weten dat openbare kunst deze vragen niet direct kan oplossen, maar het kan ze wel stellen. Kunnen we dit zelf doen? We missen het proces, we hebben processen nodig die ons de kracht geven om kunst te maken.

Terug naar Zoraima’s tafel:

Een andere bewoner sloot zich bij ons aan en vertelde hoe belangrijk deze koffietafel voor haar is, omdat ze na haar pensioen alleen nog vrijwilligerswerk doet bij De Dom, dus dit is een extra sociaal moment voor haar. Daarna kwam Ruud erbij, met een shirt dat me deed denken aan de brandweer, maar het bleek dat hij deel uitmaakte van een soort buurtwacht. Het werd meteen duidelijk dat Ruud erg betrokken is bij de Dichterswijk en de omgeving, want hij strooide meteen met creatieve ideeën en vertelde wat hij belangrijk vindt. Een van zijn ideeën was om een route door de buurt te maken met oud staal van de Demka-fabriek. “Het is belangrijk om in contact te blijven met de geschiedenis van dit gebied.”

Hij vertelde ook over een informele geplaatst beeld in Kanaleneiland dat werd verwijderd omdat het “illegaal” was. De hele buurt kwam in protest omdat ze het beeld zo mooi vonden, en nu, voegde Ruud eraan toe, komen jullie vragen wat wij willen zien als openbare kunst?

“Ik vind dat geschiedenis belangrijk is voor een buurt, maar je moet er niet in blijven hangen,” zei Ruud. Hij ziet het als een introductie voor nieuwkomers in de buurt. Een andere vrouw aan tafel zag het meer als een welkom voor nieuwe bewoners. Nienke noemde een initiatief van een jonge man die een podcast maakt over oude verhalen naast nieuwe verhalen.

Toen begon Ruud over een ander historisch feit: “de bruine vloot”, waar we nog nooit van hadden gehoord, ondanks dat we al vaak door die buurt hadden gelopen. Hij vertelde ook over een project bij Beton T, waar hij een kunstwerk maakte met hout van een van de oude masten van de boot. Hij wilde het ons graag laten zien, en uiteindelijk gingen we met z’n drieën een wandeling door de buurt maken. Hij was zichtbaar trots, een beetje bezorgd over de snelle veranderingen, maar vooral heel betrokken bij zijn wijk. En dat was erg mooi om te zien.