Klaagsessies in Merwede
Gepubliceerd op
Architect Merve Bedir heeft van Gemene Grond de opdracht gekregen voor een kunstopdracht in Merwede. Maar het is geen solo-project. Het idee van Merve en Gemene Grond is dat de bewoners en organisaties uit de buurt de hoofdrol spelen. Gemene Grond overlegt met de gemeente Utrecht over de rol die kunst kan spelen in de wijk Merwede. Het doel van het project is om meer verbondenheid te creëren tussen de verschillende buurten en wijken. Merve wil de bewoners en organisaties in deze buurten helpen om samen na te denken over het soort kunst dat zij willen en om te zorgen voor het kunstwerk dat uit het project voortkomt. Daarom gaat zij vanaf het begin onderzoeken wat we gemeenschappelijk hebben, en wat de mogelijkheden zijn voor samenwerking in Merwede. Merve en Gemene Grond nodigen je uit bij een van de verschillende activiteiten.
Stel je voor dat je eens lekker kon klagen!?
Zo organiseren we klaagsessies; lucht je hart, niemand die oordeelt. Naar het idee van "arzuhalci", een gebruik uit Turkije, waarbij schrijvers op straat hun diensten aanbieden aan mensen die hun problemen en kwesties willen laten optekenen om petities te starten of een rechtszaak in gang te zetten. In een klacht zit vaak ook een wens verborgen. Deze klaagsessies kunnen leiden tot een vertaling van individuele of gemeenschappelijke vragen en verlangens. Met deze sessies verzamelen we klachten, feedback, en wensen van mensen die in en rond Merwede wonen, om ze samen te presenteren aan de partijen die Merwede ontwikkelen, waaronder de gemeente Utrecht. De klaagsessies zijn een voorbeeld van hoe Merve eigenaarschap wil vergroten door zowel positieve als negatieve gevoelens van bewoners een podium te geven. We willen van iedereen horen: de ouderen, de jongeren, en vele anderen. De feedback zal de basis zijn voor het toewerken naar een kunstopdracht in Merwede.
Meedoen?
Wil jij ook een keer zelf een klaagsessie organiseren of bijwonen? Mail naar merwede@gemenegrond.nl
Over de Arzuhalci-praktijk
[i]Een brief of petitie geschreven door een enkel persoon aan overheidsinstanties over verklaringen, eisen, klachten wordt "arz-ı hal" (vroege vorm) of "arzuhal" (late vorm) genoemd. Voor analfabeten of degenen die de juiste stijl niet kennen, schrijven "arzuhalci's" deze brieven. Daarnaast kunnen persoonlijke brieven aan ouders, echtgenoten, broers en zussen, vrienden en geliefden ook door arzuhalci's worden geschreven. Individuele petities worden arz-ı hal genoemd, terwijl groepspetities arz-ı mahzar worden genoemd.[ii]
Arzuhalci's waren vroeger populair en hadden professionele organisatie en vertegenwoordiging in de Ottomaanse tijd. Met de tijd, toen analfabetisme afnam en mensen beter opgeleid werden, begon het werk en de belangrijkheid van arzuhalci's af te nemen. Later begon de notaris, "Noter" in het Turks, soortgelijk werk te doen. De formele taken die aan een arzuhalci en noter zijn toegewezen en hun functiebeschrijvingen zijn vrij gelijkaardig.
Arzuhalci's moesten de wetten en regels kennen, een uitstekende kennis van taal en grammatica hebben en eerlijke en betrouwbare personen zijn. Het is belangrijk dat de brief/petitie aan de juiste ambtenaar wordt gericht en dat de correcte en effectieve uitdrukkingen worden gebruikt om de klacht of eis te beschrijven.
Arzuhalci's hadden mobiele kantoren, die gemakkelijk te vinden waren door mensen, bijvoorbeeld op hoeken van winkels, koffiehuizen, madrassa's en moskee-hoven.[iii] Ze zaten meestal in kleermakerszit op een rieten kruk, achter een bureau met wat papier, inkt, inktpot en inkthouder, riet- en bamboepennen en enkele andere gereedschappen, met extra krukjes voor hun klanten.[iv] Sommigen gebruikten sinaasappel- of citroenkistjes in plaats van krukken of bureaus, anderen schreven op hun knieën, terwijl enkele zeldzame arzuhalci's bevoorrecht genoeg waren om een winkel te bezitten, met kostbare bezittingen zoals limoen- of walnotenbureaus, satijnen bekledingen, stoelen bedekt met Hereke-stoffen en andere kostbare schrijfbenodigdheden.[v] Op zondagen moesten sommige arzuhalci's die verplicht waren de militaire kwartieren te bezoeken, hun matrassen onder hun armen dragen en deze op de grond leggen om erop te zitten/werken.[vi]
Later werd aan arzuhalci's gevraagd om formelere locaties te hebben en werden ze geplaatst in doodlopende straten waar een omroeper "çığırtkan" luid hun aanwezigheid aankondigde om klanten aan te trekken.[vii] Tegenwoordig hebben de meeste arzuhalci's kantoren, terwijl een minderheid nog steeds mobiel werkt met hun typemachines of persoonlijke computers.[viii]
Er zijn arzuhalci's in Europa (in Griekenland, Italië en Spanje), Noord-Afrika (Egypte en Marokko), Azië (Iran, India, Pakistan, China en Rusland) en in Zuid-Amerika (Mexico, Bolivia, Peru).
Bronnen
[i] Topallı, E. (2010). “From the 19th century up to Present day the Scriveners Parallel to Orientalist Paintings: its Historical and Sociological Background.” U.Ü. Faculty of Literature, Journal of Social Sciences, 11/8.
[ii] İnalcık, H. (1988). “Şikayet Hakkı: Arz-ı Hal ve Arz-ı Mazhar’lar.” (Right to Complaint: “Arz-ı Hal” and “Arz-ı Mazhar” letters). Ottoman Research Journal, VII-VIII, İstanbul, s.33-54. (in Turkish)
[iii] a source dating back to 1773. mentioned in Ahmet Refik (1930). “Hicri Onikinci Asırda İstanbul Hayatı.” (Life in Istanbul during 12th ct.) İstanbul.
[iv] Anonym (1949). “Arzuhalci.” İnönü Encyclopedia, V3, Ankara, 431-432.
Anonym (1955). “İstidacı.” N 39, 19-20.
[v] Anonym (1955). “İstidacı.” N 39, 19-20.
Çapanoğlu, M.S. (1942). “Yenicami Arzuhalci’s.” Yeni Türk Journal, N111-112, 12-16.
Çapanoğlu, M.S. (1951). “Old Arzuhalci’s.” Illustrated History Journal, N24, 1174-1175.
Çapanoğlu, M.S. (1962). “Kuyruksuz Eşeğin Sıhhati” (Health of the Donkey without a tail). İstanbul Municipality, N13, 25-29.
[vi] Sabit, E. (1940). “Dünkü ve Bugünkü Arzuhalciler.” (Arzuhalci’s Yesterday and Today). Yarımay, N115, 5-27.
[vii] Acar, M. (1939). “Şehir Röportajları- İstanbul Arzuhalcileri.” (Interviews from the City – Istanbul’s Arzuhalci’s). Vakit Newspaper, N175, 4-13.
[viii] Özemre, A. Y. (2007). “Hasretini Çektiğim Üsküdar.” (Üsküdar, the one I long for). 37-38.